Planten hebben dezelfde behoefte als mensen: licht. Alleen is niet elke plant blij om overgoten te worden met daglicht terwijl andere planten daar juist baat bij hebben. Het steekt nogal nauw. Een kamerplant is nogal duidelijk over zijn lichtbehoefte en laat dan ook merken als je hem teveel of juist te weinig in de zon hebt gezet.
Verkleuring van het blad of de bladeren laten hangen, het zijn tekenen dat het niet goed gesteld is met het plekje dat je voor je plant voor ogen had. Dat plekje, dat is dan ook de kritische factor waar het bij elke kamerplant om draait. Hoewel hier ook de uitzondering de regel bevestigt. Er is namelijk een kamerpalm die het donker goed kan verduren terwijl alle andere kamerpalmen graag in daglicht baden.
Soort plant
Ga er van uit dat elke kamerplant zijn eigen nukken heeft en vooral heel erg beïnvloed wordt door daglicht. Jouw groene vrienden op de vensterbank komen namelijk niet allemaal uit het Hollandse landschap vandaan, oorspronkelijk. Hun genenbank bevindt zich soms nog in heel exotische oorden. In tropische regenwouden of woestijnen.
Bij woestijnen zit er dus nog genetisch veel lichtbehoefte in planten. Bij tropische regenwouden zit de schaduw nog in de genen en is de drang naar veel licht juist afwezig. Houd het verleden van planten dus in gedachten en kies een plekje waar de voorvaderen van deze kamerplanten het altijd goed deden.
Ga zelfs uit van de plek in de kamer waar je een kleine of juist grote kamerplant wilt laten floreren. Is die plek schaduw, halfschaduw of juist zonnig? De belichting van de plek zal moeilijk veranderen, dus pas je kamerplant aan op de mate van licht van die plek.
Zonlicht
Nog even terug naar de woestijn. Dan komen snel de vetplanten ter sprake. Vetplanten, bijvoorbeeld de Sansevieria, hebben er geen probleem mee om de hele dag een strakke zon te moeten weerstaan. Sterker nog, vetplanten genieten juist van een overdadig zonnetje. De Kentia daarentegen mijdt het zonlicht en is blij met een schaduwrijke plek. Licht is voor elke plant nodig om te kunnen groeien. Maar de mate van licht wisselt per plant.
Veel of weinig zonlicht
In huis spreek je over veel zonlicht als een bepaalde plek minimaal vijf uur per dag in de volle zon staat. Omdat de zon oostelijk opkomt en westelijk weer zakt, is een raam die op het zuiden staat de numero uno voor zon aanbiddende kamerplanten. Niet elke zon aanbiddende plant moet echter meteen een plekje op de vensterbank van dat zuidelijke raam krijgen.
Want je hebt feitelijk twee types zonlicht: direct en indirect. Bij direct zonlicht komt de gloed meteen op de plant terecht en bij indirect zonlicht zit er een filter tussen. Zo’n filter zou een inbetween gordijn kunnen zijn. Maar een filter kan ook de afstand tussen binnenkomend licht en de standplaats van de plant zijn. Zulke plekken krijgen wel veel licht, alleen niet de soms teisterende hitte van de zonnestralen rechtstreeks. Een van de kamerplanten die niet direct in de zon wil bakken, maar wel van veel indirect zonlicht houdt is de Strelitzia.
Halfschaduw
Na veel zonlicht (direct of indirect) volgen de plekken waar je kunt spreken van gemiddeld zonlicht. Ook wel halfschaduw genoemd. Je kamerplanten staan op dit soort plekken wel in de zon maar juist niet teveel. Direct zonlicht is dus uit den boze.
Dit soort kamerplanten gedijen goed bij een raam op het oosten of westen of in de schaduw van een groot meubelstuk. Alles om maar direct zonlicht buiten de ‘deur’ te houden. Van de kamerplanten die kunnen genieten van halfschaduw is de gigantische Monstera een van de meest bekende.
Schaduw
Er is ook een heel regiment aan zogenaamde schaduwplanten. Die zoeken absoluut niet het licht en verpieteren ook snel als de zon er direct contact mee maakt. Schaduw betekent overigens niet dat dit soort planten graag in het pikkedonker willen staan. Ze hebben wel degelijk licht nodig. Op een zolderkamer of vliering zonder daglichttoetreding zullen schaduwplanten het dus niet overleven. De Calathea is een typische schaduw minnende plant.
De goede plek uitkiezen
• Veel (direct) zonlicht: plekjes voor een zuid- of westwaarts gericht raam
• Indirect zonlicht tot halfschaduw: zo’n 2,5 m bij een zuid- of westwaarts gericht raam vandaan of op de vensterbank van een noordelijk of oostelijke gericht raam
• Schaduw: meer dan 2,5 m bij welk raam dan ook vandaan. De ruimte waarin de plant staat moet echter wel lichttoetreding hebben.