Een Kerstster stekken, wel eens overwogen? Weinig mensen beseffen dit zich, maar de Kerstster is een meerjarige plant. Naast de lange levensduur kun je hem ook nog eens stekken. Zo heb je volgend jaar nog meer Kerststerren. Om weg te geven, of om zelf te houden natuurlijk.
Als jij dit leest ben je op zoek naar informatie over het stekken van jouw Kerstster. Er zijn twee methodes om dit te doen: door middel van stengelstekken of door het planten van het zaad. Een stappenplan voor beide methodes lees je op deze pagina.
Kerstster stekken via stengels
Als je wel eens een plant hebt gestekt zal deze methode je waarschijnlijk het meest bevallen. Je gaat namelijk stengels afknippen en die laten wortelen. Het voordeel van een Kerstster stekken via stengels is dat je al begint met kleine plantjes. Je hebt dus sneller weer een volledig nieuwe plant. Ook kan het zijn dat je de stengels over hebt van het Kerstster snoeien.
Ga als volgt te werk:
Stekken nemen
- Ontsmet de schaar. Dit voorkomt het risico op infecties aan de moederplant.
- Knip stekken af van ongeveer 15 centimeter.
- Verwijder de onderste bladeren. Dit is belangrijk omdat we straks de stekken in de grond gaan steken. Er mag geen blad onder de grond komen. Ook groeien straks uit de kale stengel de nieuwe wortels. Dit kan niet als er nog blad aan zit.
- Het kan zijn dat je stek “bloedt”. Dit sap is Kerstster is giftig in sommige situaties en kan irriteren op de huid, dus let op!
- De wond van de Kerstster stekken moet nu opdrogen. Meestal is dit met een paar uurtjes gebeurd. Het “bloeden” is dan gestopt en er zit een soort vliesje over de wond.
Stekken planten en wegzetten
- Zet nu jouw Kerstster stekken in een mengsel van 50/50 zand en potgrond. Dit bootst de natuurlijke groeiomstandigheden van de plant goed na. Druk de aarde zachtjes aan.
- Optioneel: doop de stekken in hormoonpoeder voordat je ze in de aarde zet.
- Geef de stekken water en zet de potjes in een grote, doorzichtige plastic zak. Deze zak zet je op een lichte plek, maar niet in direct zonlicht.
- De zak functioneert als een soort van kas. Na verloop van tijd kan deze gaan beslaan, dit is niet erg. Lucht de zak om de paar dagen. Dit geeft je meteen de gelegenheid om te controleren of de grond nog vochtig is. Geef zo nodig wat water.
- Na een paar weken zouden de stekken geworteld moeten zijn. Je kunt zachtjes aan de stek trekken. Als je weerstand voelt zijn ze geworteld!
- Als de stekken zijn geworteld kunnen ze uit de zak. Houd de grond nog een weekje goed vochtig. Daarna kun je overgaan op de normale manier van een Kerstster water geven.
Kerstster vermeerderen via zaad
Het is erg makkelijk om jouw Kerstster te vermeerderen via het zaad wat in de bloemknoppen zit. Als de bloemen uitgebloeid raken worden ze bruin, dat is het moment om de zaaddoosjes te verwijderen. Je moet deze doosjes nog wel laten drogen. Doe dit op een donkere plek.
Als de zaaddoosjes volledig zijn opgedroogd kun je de zaden er gemakkelijk uithalen. Plant de zaden zeer ondiep in een luchtige potgrond. Geef water en zet ze op een lichte plek, maar niet in de volle zon. Als de omstandigheden goed zijn ontkiemen ze vrij snel!